Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Lingua Latina > Boek 2

Hoofdstuk 15, oefening 7, 12 en 13

7 Alles op een rij
1 Laocoön meent dat de Trojanen in gevaar zijn.
2 Daarom beweert hij dat Odysseus de Trojanen (al) dikwijls een hinderlaag heeft gelegd.
3 Laocoön betreurt het zeer dat de Trojanen zijn woorden niet geloven.
4 Maar het is duidelijk dat zij door de priester goed/terecht zijn gewaarschuwd.
5 Laocoön meent dat door Odysseus een slechte/gemene hinderlaag is gelegd.
6 Hij weet namelijk dat zijn slimheid groot is.
7 Het blijkt dat Odysseus met een list strijdt.
8 Het bleek dat Odysseus met een list streed.
9 Velen weten niet dat Odysseus de Trojanen een hinderlaag heeft gelegd.
10 Velen wisten niet dat Odysseus de Trojanen een hinderlaag had gelegd.
11 Onder de Trojanen vreest alleen Laocoön de slimheid van Odysseus.
12 Laocoön weet dat hij hun met een list / listig een hinderlaag legt.
13 Daarom meent Laocoön dat hij / zijn leven in gevaar is.
14 Maar veel Trojanen zeggen dat er voor hen / hun leven geen gevaar dreigt.

12 Vreemde eend
1 scimus praesens, geen perfectum
2 animus zelfstandig naamwoord, geen werkwoord
3 etiam bijwoord, geen vraagwoord
4 dum voegwoord, geen bijwoord
5 postea bijwoord, geen voorzetsel
6 cupidi bijvoeglijk naamwoord, geen werkwoord
7 audit praesens, geen perfectum

13 De juiste vertaling
Zin 3.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18