Lingua Latina > Boek 1
Hoofdstuk 12, opdr. 1
1 quibuscum Brutus en Cassius bedreigden met hun troepen, met wie ze in Griekenland waren, Octavianus.2 quo Maar Octavianus heeft samen met Antonius, die hij voor een vriend hield,
Brutus en Cassius overwonnen/verslagen.
3 qua Later leefde Antonius met Cleopatra, de koningin van Egypte, van wie hij zeer veel hield, als koning in Alexandrië.
4 cuius Daarom klaagde Octavianus, wiens macht in Rome niet sterk/groot was,
Antonius bij het volk aan:
5 quocum ‘Antonius, met wie ik Brutus en Cassius heb overwonnen/verslagen, heeft nu zijn vaderland verlaten en verraden.
6 quae Aan de vrouw, die het hart van Antonius in verwarring bracht, heeft hij enige
provincies van het Romeinse rijk afgestaan.
7 quos Hij lacht met grote trots/hoogmoed om de gebruiken van de Romeinen, die
wij altijd in het oog hebben gehouden / waaraan wij ons altijd hebben gehouden.
8 quae Ik ben van plan jullie van de gevaren te bevrijden, die aan de kant van
Antonius dreigen.