Lego
Hoofdstuk 12: Ontmoeting in de onderwereld
Boek 6: In de onderwereldDe schim van Dido.
En tussen hen dwaalde de Phoenische Dido met haar verse wond in het grote bos; en zodra de Trojaanse held naast haar stond en haar herkende tussen de schimmen in de duisternis - zoals iemand die aan het begin van de maand door de wolken de zon ziet oprijzen of denkt te zien- liet hij zijn tranen naar beneden gaan en met zoete liefde strak hij haar toe: “Ongelukkige Didio was er dus een waar bericht bij mij gekomen? Dat jij gestorven was en dat jij met een zwaard de dood had gezocht? Ach was ik voor jou de oorzaak van je dood? Ik zweer bij de sterren bio de goden als er trouw is in de onderwereld, tegen mijn zin in, koningin ging ik van jou kust. Maar de bevelen van de goden die mij nu dwingen door deze schimmen te gaan, door plaatsen ruig door schimmen en mij dwingen door de diepe nacht, hebben mij met hun opdrachten gedreven. Ik heb niet kunnen geloven dat ik jou zoveel verdriet bracht door mijn vertrek. Blijf stilstaan en ontdek je niet aan mijn blik. Voor wie vlucht je? Dit is het door het lot het laatste wat ik zegâ€. Met dergelijke woorden probeerde Aeneas de brandende en nors kijkende geest te verzachten en hij probeerde tranen op te weken. Zij hield afgewend haar ogen gericht op de grond en zij word niet meer bewogen door het begonnen gesprek wat betreft haar gezicht dan wanneer er een hardblok steen of Marpesisch rotsblok stond.
Eindelijk rukte zij zich weg en vlucht vijandelijk naar het schaduwrijke woud, waar haar vroegere echtgenoot haar liefde beantwoord en waar Sychaeus haar liefde evenaard. Niet minder kijkt Aeneas haar na geschokt door het ongelijke lot met lange tranen en beklaagde die terwijl hij ging.
Ontmoeting met Anchises.
Maar vader Anchises was de zielen die diep in het groene dal waren in gesloten en op het punt stonden naar het bovenlicht te gaan, goed aan het bekijken, terwijl hij ze met belangstelling opnieuw voor de geesthalen en hij inspecteerde toevallig het hele aantal van de zijne: namelijk zijn dierbare nakomelingen eihun bestemmingen en hun lotgevallen en hun karakters en daden. En zodra hij Aeneas zag die hem tegemoet kwam over het gras, strekte hij vrolijk zijn handen uit, en de te tranen stroomden over zijn wangen en zijn stem viel uit zijn mond: ‘Eindelijk, je bent gekomen en heeft je plicht / liefde door jou vader verwacht het gewonnen van de zware reis? Wordt het mij gegeven jou gezicht te aanschouwen, zoon, en wordt het mij gegeven jou bekende stem te horen en terug te geven? Zo zeker meende ik en ik dacht dat het zou gebeuren terwijl ik de tijd aftelde en mijn zorg bedroog mij niet. Door welke landen en over hoe grote zeeën verneem ik dat jij gereisd hebt, Door hoe grote gevaren verneem ik, zoon, dat jij heen en weer geschud bent! Hoe vreesde ik, dat het koninkrijk van Libie jou zou schaadde wat betreft iets! Hij sprak echter; ‘Vader, jou droevige beeld dat mij vaker tegemoet kwam dwong mij naar dit gebied te gaan; De vloot ligt voor anker in het Thyrreheense zout (zee, metafoor). Sta mij toe je rechterhand te verbinden, sta mij toe, vader en onttrek je niet aan onze omhelzing. Terwijl hij zo sprak maakte hij tegelijkertijd zijn gezicht nat met een rijkelijke stroom tranen, driemaal probeerde hij daar zijn armen rond zijn hals te slaan, driemaal ontvluchtte de schim tevergeefs gegrepen,zijn handen gelijk aan lichte briesen en zeer gelijk aan een gevleugelde slaap.
Rondom de rivier de Lethe.
Intussen ziet Aeneas in een afgelegen vallei een afgezonderd woud en ruisende struiken van het bos en de rivier de Lethe die langs vredige huizen stroomt. Hier rondom heen fladderen ontelbaar soorten volkeren en stammen zoals wanneer op een stralende zomerdag bij in velden op veel kleurige bloemen gaan zitten en zwermen rond witte lelies storten: het hele veld gonsde van gezoem. Hij begon te huiveren door het plotselinge aanblik en Aeneas vroeg naar de oorzaken omdat hij niet weet wat voor rivier dat is in de verte of welke mannen de overs hebben gevuld met zo’n grote stoet. Toen zei vader Anchises: “de zielen, aan wie het lot als nieuwe lichamen zijn voorbestemd, drinken bij het water van de Lethe zorgeloos makend vocht en lange vergetelheid. Allang verlang ik stellig dezen aan jou persoonlijk te vermelden en te tonen, dit nageslacht van de mijnen op te sommen, opdat je je samen met mij des te meer verheugt over het vinden van Italië.
De taak van de Romeinen
Anderen zullen het brons zachter bewerken zodat het ademt (ik geloof het zeker), zij zullen levende gezichten uit het marmer halen, ze zullen betere pleidooien houden en de beweging van de hemelen zullen zij beschrijven met een stift en zij zullen de rijzende sterren beschrijven: Jij moet eraan denken, Romein, met je gezag de volkeren te besturen (deze vaardigheden zullen je hebben), en aan de vrede beschaving op te leggen, de overwonnen te sparen en de trotsen geheel te overwinnen.