Kosmos > Oude druk
Hoofdstuk 9, tekst A
Na de overwinning in Plataiai brachten de Atheners kinderen en vrouwen uit Salamis over naar Athene. Onmiddelijk gingen ze ook over tot het ommuren van de stad. De Spartanen, die zagen dat de zeemacht van de Atheners groeiden, wantrouwden die groei, en besloten het weer opbouwen van de muur door de Atheners tegen te houden. Besloten hebbend stuurden ze de gezanten naar Athene met de bedoeling om te adviseren de stad niet te ommuren. De gezanten zeiden dat de stad te ommuren niet voordelig was voor de Grieken. Terwijl de Atheners niet gehoorzaamden droegen de gezanten die naar de bouwenden gingen hen op op te houden met het werk zo snel mogelijk.(regel 14) toen de Atheners niet wisten wat ze moesten doen, gaf themistokles de raad zich rustig te houden: want hij zei dat de lakedaimoniƫrs (spartanen), als hen geweld zou worden aan gedaan, met gemak samen met de Peloponnesiƫrs zouden optreken en hen zouden verhinderen de stad te ommuren. In het geheim zei hij van te voren tegen de raad hoe hij zelf samen met andere iemanden als gezant naar Sparta zou gaan om de Spartanen in te lichten over het opbouwen van de muur. hij droeg de archonten op, wanneer uit Sparta weer gezanten naar Athene kwamen, hen vast te houden, totdat hij zelf uit Sparta terugkeerde. Nadat de Atheners gehoorzaamden, gingen Themistokles en zijn medegezanten naar Sparta. De Atheners bouwden met grote ernst de muren, terwijl zij noch de huizen noch het graf spaarden terwijl de kinderen en de vrouwen en in het algemeen alle vreemdelingen en slaven deelenemen aan het werk, niet te kort komend aan bereidwilligheid.