Kosmos > Nieuwe druk
Hoofdstuk 6, tekst C
Hij zegt bovendien dat de vele slechte mensen zich bij mij verzamelen, die hun eigen geld hebben verkwist en dat proberen van anderen af te pakken. Waarom zei hij dit dan? Want alle burgers die jullie op de markt zien, gaan bij sommige mensen geregeld langs, niet alleen bij mij, maar ook bij vele anderen. Als hij mij dus beschuldigd, is het rechtvaardig om ook anderen te beschuldigen die beroepen hebben op de markt of dichtbij de markt. Want ieder van jullie gaat geregeld vaak naar de markt. De een naar de parfumerie, de ander naar een kapperszaak en weer een ander naar de schoenenzaak.[r. 10] En zo, als iemand van jullie diegene die naar mij komen van slechtheid beschuldigt, dan is het natuurlijk nodig ook diegene die naar andere handwerksmannen gaan, en tenslotte alle Atheners te beschuldigen. Zo dus, O raad, ik heb zeker aangetoond dat alle bewijzen die de aanklager heeft gezegd, onbetrouwbaar zijn. Welnu geloof hem niet, maar mij. Want ik zei over alles de waarheid. Daarom is het rechtvaardig dat jullie ook nu het geld aan mij geven. Zo doen jullie het rechtvaardig. Kan ik de rest van mijn leven in rust doorbrengen, hij ziet in dat hij slecht is en dat de goeden schaadt.