Grieks
Kappa-aoristus
De kappa-aoristus (ookwel athematische aoristus), bestaan uit een korte stam met de persoonsuitgang. Je hebt drie hoofdwerkwoorden die gaan volgens de kappa-aoristus:tithèmi, didoomi en hièmi. Deze drie werkwoorden hebben een reduplicatie, dat is een voorstukje, die bijna hetzelfde is als de stam (bijv: ti-thèmi, di-doomi, hi-èmi). Deze haal je weg samen met de uitgang, en je houd een heel kort stukje over, de stam. In het enkelvoud eindigt de stam met een lange klinker, in het meervoud met een korte, in de indicativus heb je altijd een augment.
De korte-lange klinkers:
e-è
a-è
o-oo
i- i
De uitgangen gaan als volgt:
ev
1 - ka
2 - kas
3 - ke
mv
1 - men
2 - te
3 - san
Bijv:
IND
e-tè-ka
e-tè-kas
e-tè-ke(n)
e-te-men
e-te-te
e-te-san
IMP
thes
thete
INF
thesthai
PTC
theis
theisa
then
thento