Fortuna > Boek 3
Hoofdstuk 8, tekst 5A: Het advies van Maharbal
1 Toen de anderen, de zegevierende Hannibal omringend, hem gelukwensten en aanraadden om na een zo grote oorlog te hebben beëindigd, de rest van de dag en de volgende nacht én zelf voor zichzelf rust te nemen, en (die) aan zijn vermoeide soldaten te geven, zei de aanvoerder van de ruiters Maharbal, menend dat er allerminst gewacht moest worden: ‘Integendeel, opdat je weet wat door dit gevecht is gedaan, zul je over vier dagen als overwinnaar op het Capitool dineren. Volg (me), met de ruiterij zal ik vooruitgaan, opdat ze weten dat je eerder gekomen bent dan 5 zult komen.’ Aan Hannibal scheen de zaak/situatie al te optimistisch toe en groter dan dat hij hem onmiddellijk kon overzien. Dus zei hij dat hij de goede wil van Maharbal prees: (maar) dat tijd nodig was om zijn plan/advies te overdenken.Toen (zei) Maharbal: ‘De goden hebben natuurlijk niet alles aan dezelfde man gegeven: je weet te overwinnen, Hannibal, (maar) je overwinning (te) gebruiken, weet je niet.’ Het oponthoud van deze dag wordt beschouwd de reddende factor te zijn geweest voor Rome en het rijk.