Fortuna > Boek 3
Hoofdstuk 3, tekst 3A: Godsdienst en levenswijze der Germanen
1 De Germanen verschillen veel van deze levenswijze. Want zij hebben geen Druiden die de leiding hebben over goddelijke zaken en zij leggen zich niet toe op offers.Zij beschouwen alleen diegenen als goden, die zij zien en door wier hulp zij ook duidelijk geholpen worden; namelijk de Zon, Vulcanus en de Maan.
Van de overigen hebben zij zelfs niet van horen zeggen gehoord.
Hun gehele leven bestaat uit jachtpartijen en uit militaire bezigheden; van jongs af aan hardheid en werk.
5 Degenen die het langst ongehuwd zijn gebleven oogsten de hoogste lof, temidden van de hunnen/hun stamgenoten.
Zij denken dat de lichaamsbouw hierdoor bevorderd wordt en dat hun krachten bevorderd worden en dat hun spieren versterkt worden.
Inderdaad beschouwen zij dit als zeer schandelijke daden seksuele omgang met vrouwen te hebben gehad voor het twintigste jaar.
Op dit gebied is er geen geheimzinnigheid, omdat zij zich gemengd in rivieren wassen en huiden of kleine bedekkingen van pelzen gebruiken terwijl een
groot deel van hun lichamen naakt is.