Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 16, tekst 5C: Seneca spreekt tot zijn vrienden

1 Hij eiste onbevreesd de schrijftafeltjes van zijn testament; en toen de centurio (dat) weigerde, zich richtend tot zijn vrienden, verklaarde hij plechtig dat, aangezien hij verhinderd werd hun diensten te belonen, hij (hen) naliet het enige en toch het mooiste wat hij bezat, (namelijk) het beeld van zijn leven en dat zij, als zij hieraan zouden denken, de reputatie van voortreffelijke eigenschappen zouden verwerven als vrucht van hun zo hechte vriendschap. Tegelijkertijd riep hij hun tranen nu eens met een gesprek, dan weer nadrukkelijker op de toon van een terechtwijzing tot 5 flinkheid terug, telkens weer vragend waar de voorschriften van de wijsheid, waar de gedurende zoveel jaren aangeleerde gedragslijn tegen dreigende gevaren was. Aan wie was immers de wreedheid van Nero onbekend? Dat er niets anders over was na de moord op zijn moeder en broer dan om de moord op zijn opvoeder en leraar eraan toe te voegen.