Fortuna > Boek 3
Hoofdstuk 16, tekst 3E: Octaviaâs dood
1 Maar de jonge vrouw, in haar twintigste levensjaar temidden van centurio’s en soldaten, door een voorgevoel van ellende aan het leven ontrukt, berustte toch nog niet in de dood. Nadat daarna een paar dagen waren verlopen, werd er bevolen dat zij moest sterven, hoewel zij verklaarde dat ze al ongetrouwd was en slechts zijn zuster, en zij de gemeenschappelijke Germanici noemde en tenslotte de naam van Agrippina, tijdens het leven van wie zij een weliswaar ongelukkig huwelijk had beleefd, maar zonder dood. Ze werd met riemen vastgebonden en haar aderen 5 werden in alle ledematen opengesneden; en omdat haar bloed, tegengehouden door angst, te traag wegvloeide, werd ze gedood door de damp van een heel heet bad. Een gruwelijker wreedheid werd eraan toegevoegd, omdat Poppaea haar afgehakte en naar de stad gebrachte hoofd zag.Met welke bedoeling zullen wij vermelden de hierom aan de tempels opgedragen geschenken? Wie ook maar de lotgevallen van die tijden zullen leren kennen, door ons of door andere schrijvers, moeten van tevoren aannemen dat, hoeveel ballingschappen en moorden de keizer heeft bevolen, er evenveel dank is betuigd aan de goden en dat wat eens de tekenen waren van voorspoed, toen (de tekenen) van een publieke ramp. Toch 10 zullen wij (het) niet verzwijgen als er een senaatsbesluit was, ongekend in vleierij of een dieptepunt in onderworpenheid.