Fortuna > Boek 3
Hoofdstuk 14, tekst A-1K: Cicero klaagt Catalina aan
1 Nu de zaken zo staan/Omdat dit zo is, Catilina, aarzel je (nog), als je niet gelaten kunt sterven, om naar een ander land (weg) te gaan en dat leven (van jou), dat (dan) aan vele gerechtvaardigde en verdiende straffen ontrukt is, aan een eenzame ballingschap toe te vertrouwen?'Leg (het) aan de senaat voor' zeg je; want dat eis je en je zegt dat je zult gehoorzamen, als deze stand besloten zal hebben, dat het zijn wens is dat jij in ballingschap gaat. Ik zal (het) niet voorleggen, wat verre is van mijn gewoonte, en toch zal ik zorgen (maken), dat je begrijpt 5 wat deze mensen hier van jou denken.
Ga weg uit de stad, Catilina, bevrijd de gemeenschap van de angst, vertrek (en ga) in ballingschap, als je op dit woord wacht! Wat is er? Let je dan niet op, hoor je dan niet de zwijgzaamheid van hen hier? Zij accepteren (het), ze zwijgen. Waarom wacht je op het gezag van mensen die spreken, wier wil je (wel) door hebt/doorziet, terwijl ze zwijgen?
Maar als ik ditzelfde tegen deze voortreffelijke jongeman Publius Sestius, tegen de zeer dappere man Marcus Marcellus zou hebben gezegd, dan zou de senaat mij, de consul, juist in deze 10 tempel (hier) met het volste recht al een halt toegeroepen hebben. Maar over jou, Catilina, keuren zij (het) goed, terwijl zij zich rustig houden, besluiten zij (het), terwijl ze het accepteren, schreeuwen zij (het uit), doordat zij zwijgen; en niet alleen zij hier, wier gezag jou natuurlijk dierbaar, (maar van wie) het leven uiterst weinig waard is, maar ook die Romeinse ridders, eervolle en uitstekende mannen en de andere zeer dappere burgers, die om de senaat heen staan, van wie je het grote aantal hebt kunnen zien, de stemming opmerken en de woorden kort tevoren horen.
Dezelfde mensen, wier vuisten en wapens ik al lange tijd nauwelijks voor jou kan afweren, zal ik er gemakkelijk toe brengen 15 om jou, als jij dit hier, dat je allang wilt verwoesten, verlaat, tot aan de poorten uitgeleide te doen!