Fortuna > Boek 3
Hoofdstuk 12, tekst 7E
Maar opdat ik vandaag niet alleen voor mezelf heb geleerd, zal ik met joudrie opmerkelijke uitspraken delen, die mij onder ogen zijn gekomen, van
ongeveer dezelfde strekking: één hiervan zal deze brief als schuld inlossen,
ontvang er twee als voorschot. Democritus zegt: "Eén mens weegt op tegen de
massa, en de massa tegen één (mens)." Goed heeft hij ook gesproken, wie hij
ook was, er wordt immers getwijfels over de schrijver, toen hem gevraagd
werd, waartoe zo'n grote precisie van zijn vak diende, dat bestemd was om zo
weinig mensen te bereiken, "Weinig mensen zijn voor mij genoeg, één is
genoeg, geen is genoeg." Uitstekend deed Epicurus deze uitspraak, toen hij
aan een van zijn collega's van zijn filosofische studies schreef: "Dit
schrijf ik niet voor de massa, maar voor jou: wij zijn namelijk voor elkaar
een voldoende groot publiek."
Die dingen, mijn Lucilius, moeten (door jou) in je ziel/geest worden
opgeborgen, opdat je de begeerte veracht die uit de bijval van de massa
voortkomt. Velen prijzen jou. En wat voor reden heb je dat je jezelf zo goed
vindt, als je er zo een bent, dat velen jou begrijpen?
(r.10)Laten jouw goede eigenschappen naar binnen gericht zijn. Groeten.