Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 12, tekst 1A

1 Je vraagt, wat je moet menen dat vooral door jou vermeden moet worden? De massa. Nog niet zul je je op veilige wijze daaraan toevertrouwen. Ik zal in elk geval mijn zwakheid bekennen. Nooit breng ik het karakter dat ik naar buiten heb gebracht, weer terug. Iets van dat wat ik tot harmonie heb gebracht, wordt in verwarring gebracht. Iets van die dingen die ik heb verdreven, keert terug. Wat zieke mensen overkomt die door een lange periode van zwakte in die mate zijn aangetast* dat zij nergens zonder een terugval naartoe worden gebracht, dat gebeurt met ons, van wie de geesten zich van een lange ziekte 5 herstellen.
Verderfelijk is de omgang met de massa: er is niemand die ons niet één of andere fout of aanbeveelt, of inprent, of aanwrijft, zonder dat wij het weten. In ieder geval hoe groter de volksmassa is, waaronder wij ons begeven, des te meer gevaar lopen wij. Niets is echter zo schadelijk voor een goed karakter als plaats te nemen bij één of ander schouwspel. Want dan sluipen door het genot de fouten gemakkelijker binnen.

* Bijzin in passief omgezet

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18