Fortuna > Boek 2 nieuwe druk
Hoofdstuk 31, tekst A: Taaloefeningen
Apraesens: sufficit, advenit, torquet, defendit, defendat, considit, loqui en mitteris
imperfectum: simulabat, bibebat en conebamur
futurum: bibet, comprehendet, defendet en mitteris
perfectum: advenit, restitisse, peperdit, perderimus, commisisti, corruperum en defendit
plusquamperfectum: riserant, posueramus en defendisset
futurum exactum: perdiderimus en pervenero
B
1. als jij voor het vaderland vecht, verdien jij lof.
2. als hij dit heeft gezegd, heeft hij zich vergist.
3. als de vijanden de stad zullen zijn binnen gevallen, zullen wij vluchten.
C.
1. pugnares en mereres. Als jij voor het vaderland zou vechten, zou je lof verdienen.
2. diceret en erraret. Als hij dit zou zeggen, zou hij zich vergissen.
3. invaderent en fugeremus. Als de vijanden de stad zouden binnenvallen, zouden wij vluchten.