Fortuna > Boek 2 nieuwe druk
Hoofdstuk 20, tekst A: Taaloefeningen (versie 2)
A.1. lacrimans huilend
2. poscens eisend
3. delens moetend
4. iaciens liggend
5. dividens verdelend
6. imperens bevelend
7. sentiens voelend
8. capiens pakkend
9. audiens durvend
10. redens terugkerend
B.
1. nom ev bevelend
2. nom/acc mv blussend
3. gen/abl ev wandelend
4. gen mv kijkend
5. acc/nom mv verbindend
6. acc ev eisend
7. gen ev weggaand
8. dat/abl mv blij zijnd
9. nom ev tevreden zijnd
10. nom/acc mv prijzend
C.
1. ardentem brandend verdriet
2. canentis canentes zingende barbaren
3. pugnantibus vechtende cohorten
4. fugientes vluchtende gevangenen
5. iacente het liggende meisje
6. dormientes slapende boeren
D.
1. hij is gedood terwijl hij naar huis terugkeerde
2. de soldaten zwegen terwijl ze het gezang hoorden
3. Hij vlucht uit de tempel terwijl die brand.
4. ik beloofde hen veel geschenken terwijl hij twijfelde
5. wij zagen de man, terwijl hij in de rivier lag
6. mijn makker kwam toch, terwijl erg bang was
7. hij zat in het forum terwijl de vriend zong
8. ik geef de geschenken terug aan de huilende kinderen
E.
1. Caesar was boos, terwijl hij dit hoorde
2. Caesar besloot de rivier toch over te trekken, terwijl hij dit hoorde
3. terwijl ze dit hoorden, zeiden de soldaten aan Caesar dat zij gereed waren hun opperbevelhebber te helpen
4. er wacht ons oorlag wanneer wij de rubico overtrekken
5. de soldaat is uitroepend aan mij niets gezegd door de bodes
6. wij overwinnen hun sterkste gevecht
7. Caesar spande zich in nadat hij terug keerde uit Galliƫ zonder makkers naar Rome(?)
8. Caesar ei aan alle zwijgenden: mijn soldaten veel gevechten zijn jullie een daad.
9. zij begonnen het gevecht van Caesars eer en aanzien
10. de vrezende vijanden vluchten de stad uit voor Caesar