Fortuna > Boek 2
Hoofdstuk 29, tekst B
"Mijn geest voorspelt dat de goden jou een overwinning zullen geven! Ik zeg dat jij met je Bataven Castra Vetera zal bezetten! In mijn geest zie ik ... aah! Levensmiddelen zullen de Romeinen in hun legerkamp ontbreken. Eerst zullen zij de lastdieren ende paarden en de overige dieren opeten, daarna zullen ze struiken, boomwortels, (en) gras nemen. Tenslotte zullen zij naar jou gezanten sturen (om te praren) over (lijfs)behoud. Wat nu? Ik zeg dat de Romeinen jou hun woord van trouw zullen geven...
Ik zie dat de Romeinen zonder wapens met een garnizoen van Baraven het legerkamp zullen verlaten... Wat zie ik nu in mijn geest? ...ik weet het niet... het is niet helder... vechtende mannen... Germanen... vluchtende mannen... Romeinen... vlammen... het legerkamp staat in brand!'
Toen zweeg Velaeda, zij beƫindigde haar voorspelling. Civilis besloot, toen hij deze woorden gehoord had, Castra Vetera te belegeren. Later bleek dat Velaeda de toekomst goed had beschreven. Want alles gebeurde zo, zoals de vrouw had voorspeld. Want de Romeinen gaven zich over en zijn zonder wapens het legerkamp uitgegaan, vergezeld van bewapende Bataven. Nadat zij vrij ver waren voortgegaan,
hebben de Germanen van de andere kant van de Rijn plotseling het argeloze leder aangevallen. Zeer vele zeer dappere Romeinen, die ongewapend waren, zijn gedood, de overigen zijn naar het legerkamp gevlucht. Tenslotte hebben de Germanen het legerkamp verwoest en in brand gestoken. Alle Romeinen die het gevecht overleefd hadden, kwamen om in de vlammen. Civilis klaagde erg en schold de Germanen uit, omdat ze het door hen gegeven erewoord hadden gebroken. Want hij had beloofd dat de Romeinen ongedeerd zouden zijn. Sommigen echter zeggen dat hij kwaadheid heeft voorgewend. Men zegt dat Civilis sommige(n van de) krijgsgevangen Romeinen aan zijn kleine zoon heeft gegeven, opdat de jongen pijlen en kindersperen op hen afschoot!