Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 2

Hoofdstuk 24, tekst A

Toen Cicero in de slaapkamer sliep, zaten krassende raven op de vensterbank. Een van hen wekte Cicero, omdat hij langzamerhand de toga van zijn gezicht wegnam. Hierdoor gewaarschuwd zetten de slaven hun meester, vervuild en vermoeid, weer in de draagstoel en brachten hem naar zee. Intussen was een groep soldaten, die door Antonius gezonden was, bij het huis van Cicero aangekomen. Toen ze de deur hadden opengebroken en Cicero niet in het huis gevonden hadden, verraadde een zekere jongeman, een leerling van Cicero en een vrijgelaten slaaf, zijn leermeester. 'Hij wordt,' zei hij, 'over de akkers naar zee gebracht.' Daarna gingen de soldaten direct voort. Cicero beval de slaven, zodra ze in zicht waren, de draagstoel neer te zetten. Nadat hij de moordenaars had gezien, stak hij zonder vrees zijn hoofd uit de draagstoel naar buiten. Hij keek hen zo indringend aan, dat zij door schaamte aangedaan, hun gezichten bedekten. Een zekere soldaat, die aan Cicero bekend was en korte tijd daarvoor door hem bij de rechters verdedigd was, doodde hem met een zwaard. Op bevel van Antonius hakte hij niet alleen zijn hoofd af, maar ook zijn handen, die de redevoeringen tegen hem hadden geschreven. Het hoofd is, nadat het naar Antonius is teruggebracht, op zijn bevel tussen de twee handen op de sprekerstribune geplaatst. De mensen konden door hun tranen nauwelijks kijken naar het hoofd, dat geplaatst was op dezelfde plek, waarop het zo vaak gehoord was geweest. Zozeer wekte die ene moord gemeenschappelijk verdriet op!

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18