Fortuna > Boek 1 nieuwe druk
Hoofdstuk 8, tekst A: taaloefeningen (versie 2)
A.1. ev.
amabam
amabas
amabat
mv.
amabamus
amabatis
amabant
2. ev.
occidebam
occidebas
occidebat
mv.
occidebamis
occidebatis
occidebant
B.
1. ik maakte bang
2. hij hoorde
3. jij nam
4. zij namen
5. wij groetten
6. ik stuurde
7. jullie hoorden
8. zij stuurden
C.
1. jullie prezen
2. jij had de gewoonte
3. hij slaapt
4. hij heeft geslapen
5. hij sliep
6. zij haasten zich
7. zij haastten zich
8. wij bleven
9. hij vluchtte
10. jullie lachten
11. zij blijven
12. hij bleef
13. jij rende
14. hij antwoordde
15. hij doodt
D. ?