Fortuna > Boek 1
Hoofdstuk 18, tekst B
Toen Tiberius Gracchus zijn landhervormingswet voorstelde aan het volkhield hij een beroemde redevoering.
“De wilde dieren in Italie,” zo sprak hij, “hebben schuilplaatsen, maar onze mannen vechten en vallen voor Italïë, en hebben niets dan licht en lucht.. Niet hun eigen vaderland, maar de rijkdom van anderen verdedigen zij. In naam zijn zij heersers van landen, maar in werkelijkheid hebben zij zelfs geen kluitje aarde!”
Toen vreesden de optimaten, dat zij hun bezittingen en de macht verloren.
Om de landhervormingswet tegen te houden handelden zij als volgt:
Op het Forum Romanum zaten zij in rouwkleding gekleed
en zaten zij te huilen, om het medelijden van het volk te wekken, maar tevergeefs.
Tenslotte vreesden de senatoren, dat het volk Tiberius Gracchus
nog een keer tot volkstribuun zou kiezen. Daarom stuurden zij mannen gewapend met knotsen naar de volksvergadering, om hem te doden. Daar sloegen in de verwarring de vijanden Tiberius dood en wierpen zijn lichaam in de Tiber.
Zo verhinderden de senatoren dat het volk Tiberius Gracchus nog een keer tot volkstribuun koos