Fortuna > Boek 1
Hoofdstuk 15, tekst A: taaloefeningen
A1: ik verhinderde, prohiberem2 hij verliest, perderet
3 jullie bewaken, custodiretis
4 zij voegen toe, adduceremus
5 jij brengt naar, induceres
6 zij voelen, sentirent
7 hij brengt mee, afferet
8 jij zweert, iurates
9 ik koop, emerem
10 wij passen op voor, caveremus
B1opdat hij aanschouwde
2 zoals hij aanschouwde
3 jij had gedaan
4 opdat ik deed
5 opdat hij verbood
6 wij begrepen
7 zodat wij begrepen
8 hij beweegt
9 zodat hij bewoog
10 zoals hij bewoog
C
1 hij kwam opdat hij mij groette/ hij kwam om mij te groeten
2 toen hij de voetsporen vond schreeuwde hij het uit
3 ik vertelde alles aan jou opdat jij mij vergaf
4 ik doe zoals jij wilt
5 ik was zo bang, dat ik over mijn hele lijf beefde
D1 de romeinen hebben veel soldaten verloren, zodat de aanvoerder uitriep: ''O Jupiter, kom naar ons''.
2 Hannibal kwam naar Itali�, om rome te overwinnen.
3 De overwinnin van de vijand was zodanig dat de Romeinen daarna weer de wapens pakten.
4 Wij komen naar Rome, om de consul te groeten.
5 De paarden waren zo bang, dat ze de stem van het meisje niet hoorden.
6 Zodra de soldaten de besluiten van de leiders hoorden zworen zij dat zij nooit in vriendschap met de vijand zullen zijn.
7 De vrouw was zo dapper, dat de drie mannen haar niet konden vastpakken.