Fortuna > Boek 1
Hoofdstuk 12, tekst B : Een verstandige jongen
De moeder van Papirius, die met zijn vader in het senaatsgebouw was geweest, vroeg aan de zoon: 'Wat heeft vader besproken?' De jongen antwoordde: 'Het is mij niet toegestaan het te zeggen, omdat wij moeten zwijgen.' Maar moeder vroeg nieuwsgierig naar de stilte van de zoon en drong heftig aan. Toen verzon de jongen een listig verhaal. 'De vaders hebben overlegd over het huwelijk. Eén van hen vroeg: wat is nuttiger en in het belang van de staat? Moet één man twee vrouwen hebben, of moet één vrouw twee mannen hebben?'Moeder ging boos van zijn woorden weg uit huis en bracht bij andere vrouwen deze zaak over. De volgende dag kwamen er veel moeders naar het senaatsgebouw. Zij huilden, de senatoren riepen en luide stemmen schreeuwden: 'Wij vrouwen verlangen ernaar getrouwd te zijn met twee mannen. Een ramp, dat is de zaak als één man twee vrouwen mag hebben van de staat. Toen kwamen de senatoren met grote verbazing het senaatsgebouw binnen, omdat zij de woorden van de vrouwen niet begrepen. Onderling zeiden zij: 'Waarom zijn zij zo van streek? Wie heeft een gesprek met hun gehad?' De jongen Papirius liep naar het midden van het senaatsgebouw en vertelde zonder angst over de list. De senatoren prezen het vertrouwen en karakter van de jongen en maakten deze beslissing: het is niet meer toegestaan dat jongens samen met hun vaders het senaatsgebouw binnengaan, behalve Papirius, de jongeman met een groot verstand.