Fortuna > Boek 1
Hoofdstuk 11, tekst A (versie 3)
Daarna heeft hij Verginia een proces aangedaan. het meisje vreesde en wanhoopte aan haar redding. Toch kwam zij tijdens de rechtszaak. Wat ziet zij daar? De rechter is Appius!Tijdens de rechtszaak vertelt M.Claudius een verzonnen verhaal. 'Ik heb veel slavinnen, één van hen was Verginia, omdat zij in mijn huis als slavin is geboren. Daarna is zij stiekem overgebracht naar het huis van Verginius. Daarom is zij niet een dochter van hem, maar mijn slaaf! Deze woorden bevallen rechter Appius, maar het was niet mogelijk een vonnis te vellen, omdat de vader van Verginia niet aanwezig was. Appius zei aan Claudius: Volgens de wet is het toegestaan aan de vader zijn dochter te verdedigen. Daarom wacht ik de komst van Verginius af, maar jou, Marcius Claudius, is het toegestaan het meisje intussen mee naar huis te brengen. Het besluit van Appius viel niet in de smaak bij de menigte en Verginia en oproer dreigde voor de rechter. Verginia zweeg, want zij beschouwde alles verloren. Zij wist wat er zou gebeuren. Bang keek zij naar de menigte. Plotseling komen Publius Numitorus, de opa van het meisje en haar verloofde Icilius tussen beide. Icilius zegt aan Appius: vader Verginius beloofde aan mij zijn dochter als bruid. Het is aan haar niet toegestan buiten het huis van haar vader te wonen. Op dat moment gaf Appius weliswaar toe aan de mensen maar zei: Vandaag moet het meisje vrij zijn, maar als haar vader morgen niet gekomen zal zijn, zal het meisje een slavin van Marcius Claudius zijn.
P.S Het kan zijn dat sommige werkwoorden in de verleden tijd staan en sommige in de tegenwoordige tijd, maar als het verleden tijd staat heb ik de praesens historicum gebruikt.