Fabulae
Hoofdstuk 35, oefening 202
laudaturus sum = ik ben van plan / sta op het punt te prijzenlaudaturus esse = te zullen prijzen
1 Domum rediturus sum. Ik sta op het punt naar huis terug te keren.
2 Promisit se domum rediturum esse. Hij heeft beloofd dat hij naar huis zal terugkeren.
3 Oraculum consulturi Delphos veniunt. Van plan zijnde om het orakel te raadplegen, komen zij naar Delphi. / Zij komen naar Delphi om het orakel te raadplegen.
4 Oraculum consulturus esse diceris. Men zegt dat jij het orakel zal raadplegen.
5 Spero te scripturum esse. Ik hoop dat jij zal schrijven.
6 Quid dicturus es? Wat ga jij zeggen? / Wat ben jij van plan te zeggen?
7 Si quis abiturus esset, monuisset eos. Als iemand van plan was om weg te gaan, had hij ons gewaarschuwd.
8 Si mansurus fuisset, dixisset. Als hij van plan was geweest om te blijven, had hij het gezegd.
9 Dolos structuri estis. Jullie zijn van plan valstrikken te spannen.
10 Dolus adhibitus te non servabit. De gebruikte list zal jou niet redden.
11 Eos dolum structuros esse putamus. Wij denken dat zij van plan zijn een valstrik te spannen.
12 Cladem nuntiaturus domum properabat. Van plan zijnde om de nederlaag te melden, haastte hij zich naar huis. / Hij haastte zich naar huis om de nederlaag te melden.
13 Clades nuntiata omnes pertubabat. Het bericht van de nederlaag bracht allen hevig in verwarring.
14 Graviter accusatus non condemnabitur. Hoewel ernstig beschuldigd zijnde zal hij niet worden veroordeeld. / Hoewel hij ernstig beschuldigd is, zal hij niet worden veroordeeld.
15 Pueri saepe litigantes tamen amici sunt. Hoewel de jongens vaak ruzie maken, zijn zij toch vrienden.
16 Graviter puniti doletis. Zwaar gestraft zijnde / Omdat jullie zwaar gestraft zijn, lijden jullie pijn.
17 Clamantes auxilium petierunt. Door te roepen hebben zij om hulp gevraagd. (constaterende perfectum). / Door te roepen vroegen zij om hulp. (perfectum historicum - verhalend perfectum)
18 Non desinentes perrecturi sunt. Zij zijn van plan zonder te stoppen voort te gaan.
19 Amicum adiuturi celerrime currebant. Om hun vriend te redden liepen ze pijlsnel.
20 Male vivunt, qui se semper victuros esse putant. Degenen die denken dat zij altijd zullen winnen, leven verkeerd.