Fabulae
Hoofdstuk 2, oefening 37
1. Wij zijn vrienden.2. Hij wordt mijn vriend.
3. De jongens worden mannen.
4. Red de vrienden!
5. Jullie zijn heren.
6. Ga weg van de deur.
7. Verzorg(t) de paarden.
8. Ontvang het voedsel en eet!
9. Zij brengt twee dochters voort.
10. De man beschermt zijn vriend.