Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fabulae

Hoofdstuk 28, oefening 172

participium praesentis (onvoltooid deelwoord)
laudans : prijzend (tijdens/ bij het prijzen, door het prijzen)
het participium wordt verbogen als de adiectiva (bijvoeglijke naamwoorden) van de 3e declinatie, maar de ablativus singularis eindigt op 'e' (laudante)

naamvallen 1,2,3,4,5 = nominativus (onderwerp), genitivus (bezit: van), dativus (meewerkend voorwerp: aan, voor), accusativus (lijdend voorwerp), ablativus (door, met, vanaf)
enkelvoud = ev, meervoud = mv
M = mannelijk V = vrouwelijk O = onzijdig

1 certantis : strijdend (ev 2 MVO)
2 docentibus : onderwijzend (mv 3, 5 MVO)
3 avolaveris : dat jij weggesneld bent / jij zal weggesneld zijn
4 fueratis : jullie waren geweest
5 redierant : zij waren teruggekeerd
6 mandavisse : opgedragen te hebben
7 venientem : komend (ev 4 MV) ; NB: veniens (ev 1, 4 O)
8 potuero : ik zal gekund hebben
9 valuerim : dat ik gezond ben geweest
10 salutavisti : jij hebt begroet
11 nescivissem : dat ik niet geweten had
12 destinavit : hij heeft bepaald
13 aperientes : openend (mv 1, 4 MV)
14 praedixerit : dat hij voorspeld heeft / hij zal voorspeld hebben
15 latuisset : dat hij gescholen had
16 renovaveram : ik had hernieuwd
17 nocuerimus : dat wij benadeeld hebben / wij zullen benadeeld hebben
18 tacentium : zwijgend (mv 2 MVO)
19 dubitaverat : hij had getwijfeld
20 capientis : nemend (ev 2 MVO)
21 probantem : goedkeurend (ev 4 MV)
22 transfixisses : dat jij doorboord had
23 stupuerant : zij hadden versteld gestaan
24 destinavisti : jij hebt bepaald
25 adhibuissent : dat zij aangewend hadden
26 adduxeramus : wij hadden opgehaald
27 sollicitavero : ik zal opgehitst hebben
28 mittentibus : zendend (mv 3, 5 MVO)
29 terruissemus : dat wij verschrikt hadden
30 celebraveritis : dat jullie gevierd hebben / jullie zullen gevierd hebben
31 commendavi : ik heb toevertrouwd
32 pellentes : verdrijvend (mv 1, 4 MV)
33 abduxistis : jullie hebben weggevoerd
34 praebuerim : dat ik verschaft heb
35 laceravimus : wij hebben verscheurd
36 iaciens : werpend (ev 1 MVO ; ev 4 O)
37 maledixeras : jij had gescholden
38 trepidaverunt : zij hebben gebeefd
39 eminuerint : dat zij uitgeblonken hebben / zij zullen uitgeblonken hebben
40 protexissetis : dat jullie beschermd hadden

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18