Fabulae
Hoofdstuk 1, oefening 12
1. Ik zie de tafel.2. Het beest ligt.
3. De dochters wandelen
4. Zij zien de beesten
5. Ik waarschuw de dochter.
6. Hij vreest het bos.
7. De beesten staan.
8. Zij hebben een landhuis.
9. De beesten brullen.
10. De dochter antwoordt aan jou.
11. Waar heb jij een landhuis?
12. Wij maken de tafel voor jou klaar.
13. Wie waarschuwt de dochter?
14. De godinnen lachen.
15. Waar zijn de bossen?
16. Wij openen de poort.
17. De dochter vraagt uitstel.
18. De godinnen waarschuwen haar.
19. Waar maken jullie de tafel klaar?
20. De dochter gehoorzaamt aan jou.