Fabulae
Hoofdstuk 18, oefening 131
1 Curas, vocemur. Jij laat ons roepen. (letterlijk: Jij zorgt dat wij geroepen worden.)2 Optabam, vocaremini. Ik wenste dat jullie geroepen werden.
3 Mox iuvemini. Mogen jullie spoedig geholpen worden.
4 Amici rogabant, iuvarentur. De vrienden vroegen om geholpen te worden.
5 Dei colantur.Laten de goden vereerd worden.
6 Optavimus, invitaremur. Wij wensten uitgenodigd te worden. (letterlijk: Wij hebben gewenst om uitgenodigd te worden.)
7 Omnes invitemini. Mogen jullie allen uitgenodigd worden.
8 Ne bellum pararetur. Werd er maar geen oorlog voorbereid.
9 Faciam, mihi pareatur. Ik zal maken, dat men mij gehoorzaamt.
10 Hostes arcerentur et fugarentur. Werden de vijanden maar afgeweerd en op de vlucht gejaagd.