Examenboeken > 2014: Plato
Plato, Meno, 80d5 - 81c4
En op welke wijze zul/ga je zoeken, Sokrates, datgene waarvan je helemaal niet weet
wat het is? Want wat voor iets , van de dingen die je niet weet, heb je je voor ogen gesteld
te gaan zoeken?
Of als je het in het beste geval zou (kunnen) tegenkomen, hoe zul je dan weten,
dat het dat is wat jij niet wist;
Ik begrijp wat je (ongeveer) wilt zeggen, Meno. Zie je wat die (redenering) betreft dat je
een sofistische redenering (hoe een slimme redenering je) inbrengt, dat het dus niet mogelijk is te zoeken
voor een mens noch (naar) wat hij weet, noch (naar) wat hij niet weet? Want noch zou/kan hij
zoeken naar wat hij weet -- want hij weet het al, en voor zo'n iemand is een onderzoek helemaal niet
nodig -- noch naar wat hij niet weet -- want hij weet zelfs niet, naar wat hij zal zoeken.
Schijnt die redenering jou dan niet toe mooi gezegd te worden,
Sokrates?
Nee (mij niet)
Kun je zeggen waarom/hoezo (niet)?
Ja (dat kan ik): want ik heb (van) mannen en vrouwen, wijs aangaande
de goddelijke zaken ......
.... die welk verhaal vertelden?
Een waar, naar het mij schijnt, en mooi.
Welk (verhaal is) dat en wie (zijn) degenen die het vertellen?
Degenen die het vertellen behoren tot de priesters en priesteressen, wier taak het is,
in staat te zijn uitleg/rekenschap te geven over de dingen waarmee zij zich bezighouden;
maar (dit) zegt ook Pindarus en vele anderen van de dichters
zovelen als/die godfdelijk (geïnspireerd) zijn. En wat zij zeggen is het volgende:
maar beschouw
of zij jou de waarheid toeschijnen te spreken. Want zij zeggen
dat de ziel van de mens onsterfelijk is, en dat hij nu eens
eindigt -- wat ze dan sterven noemen -- dan weer opnieuw
geboren wordt, maar nooit te gronde gaat; dat het daarom dus nodig is
zo
vroom/godsdienstig mogelijk het leven door te brengen; want van wie --
 Persephone de genoegdoening voor oud leed
 ontvangt, van hen stuurt zij in het negende jaar
 de zielen terug omhoog naar de zon erboven
 waaruit edele koningen
 en mannen snel door kracht en voortreffelijk door wijsheid
 voortkomen; en voor de rest van de tijd worden zij heilige helden
 door de mensen genoemd.