Examenboeken > 2008: Seneca en Tacitus
Brief 73: De filosoof moet de machthebbers dankbaar zijn
1) Sommige mensen menen, dat zij die zich volledig aan de filosofie wijden, aanmatigend en weerbarstig zijn en dat zij minachting hebben voor de bestuurders of koningen of voor hen door wier toedoen de publieke belangen behartigd worden. Mij dunkt dat die mensen zich vergissen. Het tegendeel is waar, want niemand is tegenover bestuurders dankbaarder, en dat heeft een goede reden. Want niemand bewijzen zij een grotere dienst dan hun die ongestoord van een ambteloos leven mogen genieten.2) Daarom kan het niet anders of zij, voor wie er met het oog op ideaal, goed te leven, veel aan gelegen is dat het openbare leven vredig is, eren degene die deze waarde realiseert, als een vader, keel meer dan die rusteloze figuren, die zich overal mee bemoeien, die aan de bestuurders veel verschuldigd zijn, maar hun ook van veel de schuld geven, aan wie geen enkele vrijgevigheid zo volledig tegemoet kan komen, om hun begeerten te verzadigen die groter worden terwijl zij bevredigd worden. Want al wie over krijgen denkt is vergeten wat hij gekregen heeft, en de hebberigheid heeft geen akeliger hebbelijkheid dan dat zij ondankbaar is.
3) Voeg daar nog aan toe dat niemand van hen die een publieke functie uitoefenen erop let hoeveel mensen hij onder zich heeft, maar wie hij boven zich heeft. En het is voor hen niet zozeer aangenaam velen achter zich te zien als wel vervelend iemand voor zich te zien. Alle eerzucht heeft dit gebrek: zij kijkt niet achter zich. En niet alleen de eerzucht is rusteloos, maar elke begeerte omdat zij na elk einde opnieuw begint.
4) Maar de eerlijke en integere man, die heeft afgezien van het Senaatsgebouw, het forum en elke bestuurlijke functie om zich te concentreren op zaken van ruimer strekking, draagt hun door wier toedoen hij dit veilig kan doen, een goed hart toe en alleen hij geeft hun belangeloos een getuigenis en is hun zonder dat zij het weten een groot kapitaal verschuldigd. Zoals hij zijn leermeesters vereert en bewondert door wier weldadig optreden hij een uitweg ui onbegaanbaar terrein gevonden heeft, zo ook hen onder wier bescherming hij zijn nobel vak kan beoefenen.
5) �Maar de koning beschermt ook anderen met zijn macht� Wie zal dat ontkennen? Maar onder degenen die over dezelfde rustige zee gevaren hebben, zal degene die de grootste en meest kostbare last vervoerd heeft, van mening zijn dat hij meer verschuldigd is aan Neptunus: de koopman zal het met meer enthousiasme zijn gelofte inlossen dan de reiziger, en onder de kooplui zelf zal hij die reukwerken, purper en dingen die hun gewicht in goud waard zijn vervoerde, hartstochtelijker dankbaar zijn dan iemand die zijn schip volg geladen had met goedkope waar, die evengoed ballast kon zijn. Zo ook heeft de weldaad van deze vrede, waarvan allen profiteren, een diepere betekenis voor diegene die er goed gebruik van maken.