Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Examenboeken > 2007: Aeneas Vergilius

6 4f. Dido’s reactie (362-381)

Terwijl hij dergelijke dingen zegt, kijkt zij al die tijd zich afwendend (naar hem), haar ogen hierheen en daarheen wendend en ze neemt hem helemaal op met uitdrukkingsloze ogen en in woede ontstoken spreekt ze als volgt: 365 ‘noch heb jij een godin als moeder, noch is Dardanus de stamvader van je geslacht, trouweloze/verrader, maar Caucasus huiveringwekkend met zijn harde rotsen heeft jou voortgebracht en de Hyrcaanse tijgers hebben jou gezogen. Waarom verberg ik immers mijn gevoelens en voor welke ergere zaken spaar ik me? Hij heeft toch onze tranen niet betreurd? Hij heeft zijn ogen toch niet afgewend? 370 Hij heeft toch niet, overwonnen, gehuild en medelijden getoond met zijn geliefde? Wat moet ik verkiezen boven wat?/Wat moet ik eerst zeggen, en wat vervolgens? Niet langer kijkt de zeer grote Juno en niet langer onze vader, zoon van Saturnus met rechtvaardige ogen hiernaar. Nergens is het vertrouwen veilig. Ik heb hem, op de kust geworpen, noodlijdend, ontvangen en dwaas die ik was heb ik hem in mijn rijk opgenomen. 375 Zijn verloren vloot, zijn makkers heb ik gered van de dood (ach, aangestoken door waanzin, word ik meegesleurd!): nu brengen Apollo, de god van de voorspelling, nu het Lycische orakel, nu ook de bode van de goden, gestuurd door Jupiter zelf, huiveringwekkende bevelen door de lucht. Natuurlijk, hiervoor spannen de goden zich in, deze zorg stoort hen in hun rust. 380 Noch houd ik jou vast, noch bestrijd ik je woorden: ga, zoek Italië met de winden, ga naar je rijk over de golven.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.257

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21