Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Examenboeken > 2007: Aeneas Vergilius

4 2d. Sinon vraagt de Trojanen om medelijden(134-151)

134 Ik heb mij, ik beken het, ontrukt aan de dood en heb mijn boeien verbroken en
135 heb mij 's nachts in het duister verborgen in een modderige poel in het riet, totdat zij uit zouden varen, in de hoop dat/als ze tenminste ze zouden uitvaren. Noch had ik enige hoop meer om mijn oude vaderland te zien, noch mijn zoete/lieve kinderen en mijn vader naar wie ik zo verlangde, die zij misschien wel als straf zullen opeisen vanwege/ voor mijn
140 ontsnapping, en zij zullen deze schuld (van mij) straffen met de dood van (deze) ongelukkigen. Daarom smeek ik u bij de hemelgoden en de goddelijke machten, zich bewust van de waarheid, bij de trouw als er nog enige is, die nog ergens voor de stervelingen ongebroken bestaat, heb medelijden met zulke grote ellende, heb medelijden met een ziel/mens die onwaardige ellende verduurt.
145 Wij geven het leven aan deze tranen en hebben bovendien nog medelijden. Priamus zelf beveelt als eerste de man de handboeien en knellende boeien af te nemen en spreekt zo met vriendelijke woorden: Wie jij ook bent, vergeet voortaan de Grieken die je verloren hebt (jij zult de onze/van ons zijn) en vertel mij uitvoerig dit naar waarheid op mijn vraag (lett. vragend): Met welk doel hebben zij dit gevaarte van een enorm paard neergezet? Wie is de bedenker?
150 Of wat verlangen ze? Welke religieuze betekenis (is er) ? Of welk oorlogswerktuig (is het) ?

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18