Examenboeken > 2006: Eeuwige haat: Rome en Carthago
pag. 166 - Vrijsprekende daden 38.50.10-12
Deze dingen [werden] druk besproken, totdat de dag van het proces was geko-15 men. En níemand anders daarvóór en ook de grote Scipio zelf niet, als consul of censor, is door een grotere menigte van alle[rlei] soort mensen naar het forum begeleid dan hij als beklaagde op die dag. Toen hem verzocht werd zijn zaak te bepleiten, begon hij zonder enige vermelding van de aanklachten zo’n verheven redevoering over de door hem verrichte daden, dat men het er wel over eens was dat niemand ooit (noch) beter of (noch) meer in overeenstemming
20 met de waarheid was geprezen. Want ze werden door hem genoemd met dezelfde geest[drift] en bekwaamheid als waarmee ze verricht waren en er was geen afkeer van de toehoorders, omdat ze werden vermeld met het oog op het gevaar [dat hij liep], niet tot zijn roem.