Examenboeken > 2005: Mythe en Moraal
Metamophoses IV, 81 – 90
De volgende Dageraad had de nachtelijke vuren verdrevenen de zon had met haar stralen de bedauwde grassen gedroogd:
zij kwamen bijeen op de gebruikelijke plaats. Dan na met zacht gefluister
eerst veel geklaagd te hebben besluiten zij om te proberen in de stilte van de nacht
de wachters te misleiden en de deur uit te gaan,
en om wanneer zij het huis uit gegaan zijn, ook de huizen van de stad achter zich te laten,
en om, opdat er niet gedwaald door de wandelaars op de wijde akkers,
samen te komen bij het graf van Ninus en te schuilen onder de schaduw
van een boom: er was daar een boom zeer rijk beladen met sneeuwwitte vruchten,
een hoge moerbeiboom, grenzend aan een ijskoude bron