Disco > Boek 2
Hoofdstuk 30, oefentoets
Alle samenzweerders waren bereid om Nero te doden. Maar Nero en zijn dienaar Tigellinus ontdekten de samenzwering. Spoedig werden alle samenzweerders gegrepen (/opgepakt). Vervolgens vroeg Tigellinus hen,wie de initiatiefnemer van de samenzweerders was,
waar de samenzweerders bijeen kwamen
en hoe ze het in hun hoofd haalden Nero te doden.
De senatoren, die de folteringen zeer vreesden, onthulden alles. Zij hoopten met het verraden van de medeplichtigen, dat Nero hen zou (lett:zal) sparen. Maar Subrius Flavius, de hoofdman van de pretoriaanse garde, zweeg lange tijd, nadat hij gegrepen was. Tenslotte antwoordde hij Nero: 'niemand is jouw ooit trouwer geweest dan ik. Maar na de vele misdaden, die jij begaan hebt, na het doden van Brittanicus, verlang ik (er naar) jou gehaat te hebben. Jij verdient, door het doden van jouw moeder, dat jij zelf wordt gedood.'