Disco > Boek 2
Hoofdstuk 27, tekst B: Claudius wordt keizer
Een (zekere) soldaat zag, toen hij door het paleis rende, onder de gordijnen de voeten van Claudius en trok hem trillend van angst tevoorschijn. Toen hij hem herkende riep hij uit “Kijk, Claudius, de oom van de Caesar/ keizer!” en groette hem als keizer. Vervolgens bracht hij hem naar andere soldaten, die hem op/ met een draagbaar naar het kamp brachten, waar hij zenuwachtig de nacht doorbracht. Intussen overlegden zowel de senatoren wat ze moesten doen, als de soldaten. Claudius zelf is door de senatoren naar de curia ontboden, om te zeggen wat hem goed toescheen. Hij antwoordde dat hij niet kon komen, omdat hij met geweld door de soldaten in hun kamp werd vastgehouden.De volgende dag eiste een grote menigte, die rond de curia stond, één bestuurder en noemde Claudius met name. Toen heeft hij, in de mening dat dat beter (het beste) was, toegestaan (het goed gevonden) dat hij tot keizer gekozen werd en hij heeft daarom beloofd dat hij de soldaten geld zou geven. Vervolgens is hij vergezeld door de soldaten de curia binnengegaan, waar een van de soldaten schijnt gezegd te hebben: ‘Kijk, onze keizer.’