Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 2

Hoofdstuk 21, tekst A (versie 1)

“Wij voeren in Italië oorlog, in ons vaderland en op onze grond. Overal zijn burgers en bondgenoten, die met wapens, met mannen, met paarden ons helpen en zullen helpen. Hannibal is daarentegen op het vreemde, op de vijandige aarde, tussen vijanden, ver van huis, van het vaderland; geen steden ontvangen hem, geen stadsmuren. Hij heeft nauwelijks een derde deel van zijn leger, dat hij in Italië leidde. Voor deze enkelen heeft hij niet genoeg koren. Van dag tot dag leeft hij met de buit. Als we de strijd niet aangaan, maar zullen blijven zitten, zullen we overwinnen. Dit is de enige weg van heil, die de Romeinse burgers meer dan de vijanden voor jou moeilijker maken. Want jouw soldaten zullen hetzelfde willen als de vijanden. Jouw ambtgenoot en Hannibal, de Punische veldheer, zullen hetzelfde willen: vechten. Tegen twee leiders zal jij als enige weerstand bieden. Je zult echter weerstand bieden, als de praatjes van de mensen je niet zullen bewegen. Hannibal veracht hem, die alles durft, maar vreest hem, die niets op goed geluk doet. Degene die lege glorie minacht, zal echte glorie hebben.