Disco > Boek 1
Hoofdstuk 8, tekst A
1. De Grieken hebben een heel groot houten paard gebouwd.2. Zij vulden het met mannen en ze hebben hem achtergelaten op de kust voor Troje.
3. Vervolgens zijn ze 's nachts weggevoeren van de kust,
4. en hebben hunzelf/zich verborgen dicht bij Troje op het eiland Tenedus.
5. Terwijl de Trojanen de volgende dag vanaf de muren keken,
6. zagen zij geen Grieken, geen schepen, slechts een houten paard!
7. Snel hebben zij de poorten geopend en renden uit Troje naar het paard.
8. Ze waren verbaasd. Wat betekent het paard op de kust?
9. Sommigen riepen: ''Vernietig het paard met vlammen'', anderen: ''Trek het de stad in! ''
10. Terwijl de Trojanen twijfelden, kwam de priester Laocoon met zijn zonen.
11. Zodra hij het paard zag riep hij uit:
12. " Ongelukkige Trojanen, vertrouw het paard niet!
13. Vrees zowel de Grieken als de geschenken van de Grieken,
14. want de geschenken van hen zijn nooit vrij van listen.''
15. Maar ach, de Trojanen hebben hem niet geloofd.