Disco > Boek 1
Hoofdstuk 4, vertaling toets
1. Eindelijk opent de oude man de deur. Hij ziet de goden en zegt:2. "Wie zijn jullie? Wat willen jullie? Waarom komen jullie naar mijn hutje?"
3. Jupiter antwoordt: "Wij zijn goden. Wij zoeken gastvrijheid. Kunnen wij hier slapen?"
4. De oude man lacht en zegt: "Ik open de deur niet voor jullie.
5. Als jullie goden zijn, ben ik Jupiter! Ga weg!"
6. Woedend sluit hij de deur.
7. Jupiter is ook woedend: met zijn bliksems steekt hij het hutje in brand.
8. Nu is de oude man in de Tartarus. Daar is hij de portier.
9. Hij opent en sluit altijd voor andere schimmen de deur.
10. Hij is verdrietig, maar de goden op de Olympus lachen en zijn nu blij.