Disco > Boek 1
Hoofdstuk 4, tekst A (versie 2)
Jupiter en Mecurius zoeken 1000 huizen af naar onderdak.1000 grendels van huizen sluiten echter.
Geen enkel huis wil de goden ontvangen.
Eindelijk zien ze een klein hutje. Ze kloppen op de deur.
5. Eeen oude man opent de deur en ziet de goden. Hij zegt:
Gegroet vreemdelingen. Wie zijn jullie? Waarvan daan komen jullie?
'Wij zijn reizigers,' antwoordt Mecurius 'Wij zoeken onderdak, want wij zijn moe.
En wij kunnen nergens slapen. Maar antwoord eens: wie ben jij?
10. De oude man zegt : ik ben Philemon.
In dit kleine huisje leef ik. Kom binnen.