Chaire > Tekstboek 1
Tekst 7
1. Vreemdeling: Hallo, Minos. Maakt u het goed?Minos: Hallo vreemdeling. Ik maak het goed en ben gezond. Maar welk nieuw breng jij ons?
3. Vreemdeling: De Atheners luisteren niet, en ik hoor, dat zij niet langer bereid zijn jongemannen hierheen te sturen en aan de Minotaurus te offeren.
Weet u dan niet, dat jullie gevaar lopen?
6. Minos: Zijn zijn toch niet bereid een expeditie voor te bereiden en over de zee te zenden en ons angst te bezorgen? Ik raad de Atheners aan geen expeditie te ondernemen.
Want wij hebben geen angst, omdat wij zonder moeite heersen over zowel de zee als de vijand/vijanden (lett. mv.)./ omdat wij zowel over de zee als de vijand/vijanden zonder moeite heersen/heersen zonder moeite.