Caesar
De Bello Gallico III
28) Hoewel de zomer bijna voorbij was, leidde Caesar omstreeks hetzelfde tijdstip zijn leger toch naar de Morinen en de Menapiërs, omdat de Morinen en de Menapiërs de enigen waren die nog onder de wapens waren en nooit de vredesgezanten naar hem hadden gestuurd, terwijl heel Gallië tot vrede was gebracht en hij meende dat die oorlog snel voltooid kon worden. Zij begonnen oorlog te voeren op een totaal andere manier dan de andere Galliërs. Want omdat ze begrepen dat de grootste stammen die ten strijde waren getrokken, verdreven en overwonnen waren en omdat ze de uitgestrekte bossen en moerassen hadden, brachten ze daar hun volk en hun bezittingen samen. Wanneer Caesar bij het begin van deze bossen aangekomen was en hij begonnen was met het kamp te versterken en de vijand ondertussen niet te zien was, terwijl de onzen onder het werk verspreid waren, vlogen ze plots uit alle kanten van het bos en deden een aanval op de onzen. De onzen grepen snel de wapens en dreven hen terug in de bossen en nadat verscheidene gedood waren, volgden zij hen verder op tamelijk hinderlijke plaatsen, ze verloren weinigen van hun manschappen.29) Al de daaropvolgende dagen liet Caesar de bossen omhakken en opdat er niet een of andere aanval zou plaatsvinden vanuit de zijkanten op de ongewapende en onoplettende soldaten, stapelde hij al het hout dat omgehakt was gekeerd in de richting van de vijand en bouwde dat op aan beide zijden als een wal. Nadat met een ongelooflijke snelheid een grote ruimte in weinige dagen was voltooid en toen door de onzen reeds bijna het vee en het laatste deel van de tros was gegrepen, en ze zelf naar dichtere bossen gingen, volgen stormen van die aard elkaar op, dat het werk onvermijdelijk moest worden onderbroken en door de voortdurende regen konden de militairen niet meer schuilen onder de tenten. Bijgevolg, nadat al deze akkers waren verwoest en de dorpen en de huizen in brand waren gestoken, leidde Caesar zijn leger terug en plaatste ze samen in winterkampen bij de Hulerci, de Lexovii en eveneens bij de overige stammen die onlangs oorlog hadden gevoerd.