Aisopos
De vader en zijn dochters
Iemand, die twee dochters had, gaf de één ten huwelijk / huwelijkte uit aan een tuinman, de ander aan een pottenbakker.Nadat er een tijdje verstreken was, kwam hij bij de vrouw van de tuinman en vroeg die, hoe zij er aan toe was en hoe de zaken voor hen waren. Nadat zij had gezegd dat alles voor hen aanwezig was / dat zij alles hadden, maar dat zij tot de goden baden om dat ene ding, dat er storm kwam en regen, opdat de groenten bevochtigd werden, kwam hij kort daarna ook bij de vrouw van de pottenbakker en informeerde eveneens hoe zij er aan toe was. Nadat zij had gezegd de andere dingen niet nodig te hebben, maar dat zij baden om dat alleen, dat er én een heldere hemel bleef én een schitterende zon, opdat het aardewerk droogde / werd gedroogd, zei hij tegen haar: ‘Als jij mooi weer zoekt maar jouw zus storm, voor wie van jullie beiden moet ik dan bidden?’
Zo mislukken degenen die op hetzelfde ogenblik ongelijke dingen ondernemen, vanzelfsprekend in elk van beide dingen.