Roma > Boek 1
Hoofdstuk 11, opdracht 10 (versie 1)
Tijd:adhuc (nog steeds)
numquam (nooit)
semper (altijd)
iterum (opnieuw)
umquam (ooit)
Plaats:
ibi (daar)
huc (hierheen)
ubique (overal)
undique (aan/van alle kanten)
Vertalingen op de site: 7.340
Nieuw afgelopen maand: 8
Gewijzigd afgelopen maand: 18