Hoofdstuk 7, toetsblok: Kunnen de goden helpen

De Romeinen vinden het gewoon om van de goden hulp te verwachten. Zij proberen de goden met offers gunstig te stemmen. Vandaag zit Aemilia bedroefd thuis en denkt na: "Wie kan hulp geven? kunnen de goden dan geen hulp geven?" Ze schrijft een brief aan Marcus. Marcus verheugt zich over de brief; hij leest onder andere: "Alleen van de goden kunnen we hulp verwachten." Dan uit heel zijn hart bidt hij: "U, o Venus, prijzen wij, omdat u liefde tot stand brengt. U beschermt een vriend en een vriendin. Dus u kunt Aemilia bevrijden van haar slechte slavin." Dan zegt hij: "Wat is er? Ik kan toch schrijven? Zeker kan ik dat!" En hij stuurt een brief naar Aemilia.