Hoofdstuk 3, tekst E: De afvaart

En tenslotte gaan de matrozen en de bootsman aan boord van de schepen. en ook de kapitein gaat aan boord. en als hij het bevel geeft, vaart het schip uit de haven.

t:geef nu de maat aan bootsman.
k: he, hop, he, hop
t: oke, nu offer ik een offer aan de goden, en bid.
(hij bidt)
bij poseidon, jij bent de beste redder van de matrozen. wij offeren vaak offers voor ons behoud. breng ons weer veilig naar het vaderland.
(hij offert een offer)
en geef nu de maat aan, bootsman.
k: he hop he hop. oke mannen. ons schip vaart naar de zee.
t: snel nu, bootsman, geef de maat aan.
k: he hop he hop he hop.