Hoofdstuk 2, tekst A

Het schip gaat langzaam naar Peiraius. Dikaiopotis en de matrozen en de kapitei en de rapsode praten met elkaar. Het schip gaat al langs Salamis en de kapitein zegt: Waarom verteld de rapsode niet over de zeeslag rond Salamis en waarom verteld hij niet over wat er gebeurde in de Perzische Oorlog en hoe de Grieken en de Perzen strijden: Rapsode vertel over de zeeslag! Jij rapsode weet veel over Homeros. Dus jij weet ook veel over welsprekendheid, want Homeros is welsprekend, nietwaar? Vooruit, hom eens hierheen en vertel ons over de gebeurtenissen bij Salamis. Want daar ligt Salamis. En wij gaan langzaam langs Salamis naar Athene. Vertel ons dus over de Persische oorlogen en de zeeslag bij Salamis. En over onze moed en over onze overwinning. Vertel ons hoe de Grieken en de barbaren streden en hoevelen sneuvelden. Want jij, vriend, kent de gebeurtenissen bij Salamis.