Hoofdstuk 26, tekst B

Nadat de overwinning was behaald, raadden de overigen Hannibal aan, om voor zichzelf rust te nemen en aan de soldaten te geven. Maharbal, de aanvoerder van de ruiters, stelde voor, om met het leger zonder uitstel Rome aan te vallen. 'Op de vijfde dag,' zei hij, 'zal jij als overwinnaar op het Capitool dineren, als je nu verder gaat. Hannibal echter besloot Rome niet aan te vallen. Toen zei Maharbal: 'De goden hebben niet alles aan dezelfde gegeven. Jij weet te overwinnen, Hannibal, jij weet niet de overwinning te gebruiken. Dit uitstel van een dag is tot redding geweest voor de stad en het rijk. Als Hannibal de woorden van Maharbal had gehoorzaamd, had hij misschien Rome veroverd.
De volgende dag gingen Hannibal en de soldaten uit het kamp, om de buit te verzamelen en de slachtpartij te bekijken. Wie zou zo een wreed schouwspel kunnen beschrijven? Zoveel duizenden Romeinen lagen gedood. Anderen vonden ze halfdood met doorgesneden dijbenen en knieholten, die hun hals ontblootten met het verzoek om ook het overige bloed te putten. Anderen waren gevonden, die zichzelf de dood hadden aangedaan, om niet door de Carthagers gedood te worden.