Hoofdstuk 21, tekst A (versie 1)

Na enkele dagen ging Sextus Tarquinius opnieuw alleen naar Collatia, aangevuurd door de schoonheid en kuisheid van Lucretia.
Nadat hij door Lucretia vriendelijk ontvangen was, werd hij na de maaltijd naar de logeerkamer gebracht.
's Nachts, toen allen sliepen, ging Sextus, die een zwaard in zijn rechterhand had, naar de slapende Lucretia.
Hij zei terwijl hij met zijn linkerhand haar borst naar beneden drukte: ' Zwijg, Lucretia. Ik ben Sextus Tarquinius. Een zwaard is in mijn hand. Als jij geluid maakt zal ik je doden'. Vervolgens bekende hij zijn liefde. Lucretia verzette zich heftig zonder enige angst. Toen Sextus had gezien dat Lucretia de dood niet vreesde, zei hij: ' Als jij niet toegeeft, zal ik niet alleen jou doden, maar ook je slaaf. Naakt zal ik hem naast jou in bed leggen. Ik zal zeggen dat ik hem samen met jou op smerig overspel heb betrapt en daarom jullie beiden heb gedood.
Met deze woorden overtuigde hij Lucretia. Vervolgens ging Sextus er vandoor, nadat hij de kuisheid van Lucretia overwonnen had. Meteen zond ze bodes naar haar vader en naar haar man Collatinus, die moesten zeggen dat er een gruwelijke zaak gebeurd was.