Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Via Nova > Boek 4

Hoofdstuk 6 (Livius), tekst:

56.7 Titus en Arruns vertrokken; aan hen werd als metgezel Lucius Iunius Brutus toegevoegd., de zoon van de zus van de koning, Tarquinia, een jonge man heel anders van karakter dan het karakter waarvan hij uiterlijke schijn had aangenomen. Toen deze had gehoord dat de voornaamsten van de staat, waaronder zijn broer, door zijn oom gedood waren, besloot hij om in zijn geest niets dat dor de koning gevreesd moest worden achter te laten, noch iets in zijn fortuin dat begerenswaardig was voor de koning en dat hij in minachting veilig was, omdat er in de wet te weinig bescherming was.
56.8 Dus omdat Brutus met opzet was ingesteld tot het nabootsen van onnozelheid stond hij toe dat hij en zijn bezittingen tot buit waren voor de koning, weigerde hij dus ook niet de bijnaam van Brutus, opdat die de bevrijdende geest van het Romeinse volk, terwijl deze zich schuilhield onder de dekmantel van deze bijnaam, zijn tijd afwachtte.
56.9 Men zegt dat deze toen, door Titus en Arruns naar Delphi geleid, in werkelijkheid meer een voorwerp van spot dan een metgezel, een gouden staf, ingesloten in een hiertoe uitgeholde houten staf heeft meegebracht als geschenk voor Apollo, symbool voor zijn eigen karakter.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18