Via Nova > Boek 2 (Oude Druk)
Hoofdstuk 33, opd. 1
1: Nadat de gasten aangekomen waren, werden zij naar het triclinium gebracht.2: Omdat de verrichtingen van zijn Romeinse voorouders hem zeer bevielen, las Lucius altijd veel over hen.
3: Hoewel de jongen er vaak naar luisterde, begreep hij ze toch niet.
4: Hij ging naar zijn villa om uit te rusten.
5: De soldaat bewaakte de gevangen vijanden nauwgezet om te voorkomen dat ze ervandoor gingen.
6: Daarom was hij zo verbaasd dat hij niets kon zeggen.
7: Ik vrees dat moeder ons straft.
8: Hij vreesde dat zijn vrienden niet zouden komen.
9: Ik begrijp niet wat jij zegt.
10: Ik wist niet wie weg zou gaan en wie thuis zou blijven.
11: Ik twijfel er niet aan of we kunnen ontvluchten.
12: De heer zond zijn slaaf naar de markt om eten te kopen.
13: De Romeinse armen zochten een rijke patronus van wie zij hulp konden krijgen/om hulp te krijgen.
14: Ik, die geen dichter ben, kan geen prachtige verzen schrijven. Omdat ik geen dichter ben................
15: Ik ben niet iemand, die graag werkt.